Vlaams Regeerakkoord: wat met GSC en WKC?

Hoewel het nog vroeg is om concrete uitspraken te doen o.b.v. het vrijgegeven regeerakkoord van Jambon I, zijn er enkele punten die reeds geconcludeerd kunnen worden over de toekomst voor groenestroomcertificaten (GSC) en warmte-krachtcertificaten (WKC).

Dat er veranderingen aan zitten te komen, is wel duidelijk. De vragen zijn nu vooral; hoe ingrijpend zullen de wijzigingen zijn, hoe snel komen deze er en welke projecten worden hierdoor beïnvloed?

Hoe ingrijpend zullen de wijzigingen zijn?

Gezien men zowel voor GSC als WKC spreekt van “een geleidelijke reductie van de maximaal toegekende steun”, valt te verwachten dat de minister van energie (Zuhal Demir) de jaarlijkse maximale bandingfactor voor nieuwe projecten jaar na jaar zal laten dalen. I.f.v. de vastgelegde afschrijvingstermijnen voor de verschillende projecten – 10, 15 of 20 jaar – bedraagt deze maximale bandingfactor vandaag respectievelijk 1; 0,8 of 0,7. Deze waarden zullen dus jaarlijks verder dalen.

Vervolgens zullen de jaarlijks gepubliceerde bandingfactoren voor de verschillende projectcategorieën afgetopt worden door deze maximale bandingfactoren. 

Hoe snel zullen de wijzigingen doorgevoerd worden?

O.b.v. de ons beschikbare informatie zouden er alleszins naar 2020 toe geen wijzigingen doorgevoerd worden en zouden de maximale bandingfactoren dus ten vroegste vanaf 2021 dalen. 

Bijkomend wijst alles erop dat de daling zich hoofdzakelijk zal richten op GSC en dat de WKC vele jaren langer van deze daling gespaard zouden blijven. 

Welke projecten worden hierdoor beïnvloed? 

De jaarlijkse gepubliceerde bandingfactoren zijn van toepassing op die projecten die in een bewust jaar hun startdatum vastleggen. Tenzij ook aan dit stuk van de wetgeving gesleuteld zou worden – wat zeer twijfelachtig is – houdt dit in dat zeker al de komende 15 maanden nog steeds bandingfactoren vastgelegd kunnen worden o.b.v. het GSC-systeem zoals we dit vandaag kennen. Voor WKC zal dit dus vermoedelijk nog vele jaren langer kunnen.

Op zich is deze ‘relatieve traagheid’ een logisch en belangrijk deelaspect van het regeerakkoord m.b.t. GSC en WKC, gezien vandaag reeds vele bedrijven volop acties ondernemen o.b.v. een reeds gedetailleerd uitgewerkt businessplan, de procedure rond de omgevingsvergunningsaanvraag, het bekomen van kredieten, het zoeken naar de juiste partners ... Een nog snellere aanpassing van het systeem zou leiden tot grote onstabiliteit en een terugval van de groenestroom- en warmte-krachtsector met zich meebrengen; iets wat ten allen koste vermeden moet worden in een maatschappij waar groene energie en CO2-armere technieken alsmaar een belangrijkere rol spelen.


Enkele bijkomende relevante aspecten van het regeerakkoord:

  • Men streeft naar het niet-toekennen van certificaten bij negatieve prijzen.

  • De ondersteuning voor bio-WKK’s zou verbeterd worden.

  • Ook voor fotovoltaïsche zonnepanelen zal men voor de lagere vermogens overgaan naar een investeringssteun en afstappen van GSC. Dit cf. kleine en middelgrote windturbines.

  • Er is sprake van het breder toepassen van een maximaal steunvolume voor een project.





DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten