Vrijstelling saneringsplicht

Wanneer u geconfronteerd wordt met een bodemverontreiniging volgen verdere onderzoeken om meer informatie te krijgen over de verontreiniging zelf. De resultaten van dit onderzoek bepalen of er een bodemsanering moet uitgevoerd worden. Maar in bepaalde gevallen kan u een vrijstelling van saneringsplicht aanvragen.

Wat als u de eigenaar van de grond bent?

Om vrijstelling van de saneringsplicht te bekomen, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden die verschillend zijn als u eigenaar van de grond bent of exploitant/gebruiker van de grond bent.

Als eigenaar van de grond moet u kunnen aantonen dat:

  • u de bodemverontreiniging niet zelf veroorzaakt hebt;

  • de bodemverontreiniging tot stand is gekomen voor het tijdstip u eigenaar van de grond werd;

  • u op het ogenblik dat u eigenaar werd van de grond niet op de hoogte was en niet op de hoogte behoorde te zijn van de bodemverontreiniging(*).

(*) Indien u wel op de hoogte was of behoorde te zijn van de historische bodemverontreiniging, kan nog altijd een vrijstelling bekomen worden als u de grond verworven heeft voor 1 januari 1993 en als u de grond enkel heeft aangewend voor particulier gebruik.

Wat als u exploitant/gebruiker van de grond bent?

Voor een exploitant gelden enkel de eerste twee voorwaarden. Als exploitant/gebruiker van de grond moet u kunnen aantonen dat:

  • u de bodemverontreiniging niet zelf veroorzaakt hebt;

  • de bodemverontreiniging tot stand is gekomen voor het tijdstip u exploitant of gebruiker van de grond werd.

Een uitzondering waarin de eigenaar of exploitant/gebruiker van de grond toch nog verplicht zal zijn om het beschrijvende bodemonderzoek of de bodemsanering uit te voeren, is als OVAM kan aantonen dat een rechtsvoorganger de bodemverontreiniging heeft veroorzaakt of dat de bodemverontreiniging tot stand gekomen is tijdens de periode dat de rechtsvoorganger de grond in eigendom of in exploitatie/gebruik had.

Met rechtsvoorganger wordt de rechtspersoon bedoeld die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is door een wettelijke rechtsopvolging (bijvoorbeeld bij een fusie, splitsing, overdracht van een algemeenheid, overdracht van een bedrijfstak…).

Wat als u erfgenaam bent?

Een erfgenaam kan echter beschouwd worden als een eigenaar van bijzondere aard. De OVAM hanteert hiervoor een specifiek beleid bij de beoordeling van de kennisvoorwaarde in het kader van de vrijstelling van saneringsplicht. Bij de beoordeling of de erfgenaam voldoet aan de kennisvoorwaarde zal de OVAM in eerste instantie nagaan of de erflater voldoet aan de geldende vrijstellingsvoorwaarden voor een eigenaar (alle vrijstellingsvoorwaarden).

  1. Is dit het geval, dan wordt de erfgenaam geacht te voldoen aan de kennisvoorwaarde.

  2. Is dit niet het geval, pas dan zal de OVAM in hoofde van de erfgenaam de kennisvoorwaarde in concreto beoordelen. Hierbij wordt het volgende beleid toegepast:

  • Saneringsplicht in de nalatenschap: de erfgenamen worden geacht niet te voldoen aan de kennisvoorwaarde als de OVAM de erflater vóór zijn overlijden voor de betrokken bodemverontreiniging saneringsplichtig heeft gesteld, en hij hiervoor niet het statuut van onschuldig eigenaar werd toegekend.

  • Beschikbare relevante informatie: als op het moment van het openvallen van de nalatenschap bij de bevoegde instanties informatie over de betreffende grond beschikbaar en toegankelijk was, wordt geacht dat de erfgenamen niet voldoen aan de kennisvoorwaarde.

Heeft u vragen?

Wilt u zeker zijn of u voldoet aan de voorwaarden om een vrijstelling van saneringsplicht te bekomen, neem dan contact op met onze bodemdeskundigen.





DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten