4 december 2023: Vlarem III-verplichtingen voor bestaande FDM-bedrijven

Uiterlijk 4 december 2023 moeten sommige grote bedrijven uit de voedingsmiddelen-, dranken- en zuivelindustrie aan de bepalingen uit hoofdstuk 3.15 van Vlarem III voldoen.


Van waar komt deze wetgeving nu weer precies?

Op 4 december 2019 werd de finale versie van de BREF FDM goedgekeurd en gepubliceerd. De BREF of ‘Best Available Techniques (BAT) Reference Documents’ vatten de best beschikbare technieken (BBT) samen voor bepaalde sectoren, in dit geval de voedingsmiddelen- dranken en zuivelindustrie. Inhoudelijk bespreekt de BREF de milieutechnieken bij de bewerking en verwerking van dierlijke grondstoffen, plantaardige grondstoffen en melk tot levensmiddelen.  

Op 17/12/2021 werden de BBT’s opgenomen in Vlaamse wetgeving (Vlarem III).

De bestaande GPBV-bedrijven die hieronder vallen, zijn verplicht uiterlijk 4 jaar na publicatie (d.w.z. tegen 4 december 2023) de BBT’s te implementeren. Nieuwe bedrijven moeten onmiddellijk voldoen.


Voor welke bedrijven is deze wetgeving van toepassing?

Concreet is deze wetgeving van toepassing op volgende installaties:

  • Rubriek 45.6.b): bewerking en verwerking van melk, met een hoeveelheid ontvangen melk van meer dan 200 ton per dag (gemiddelde waarde op jaarbasis)

  • Rubriek 45.16: 

    • Bewerking en verwerking van levensmiddelen op basis van dierlijke grondstoffen (andere dan melk) met een productiecapaciteit van meer dan 75  ton per dag eindproducten

    • Bewerking en verwerking van levensmiddelen op basis van plantaardige grondstoffen met een productiecapaciteit van 

      • Meer dan 300 ton per dag eindproducten (gemiddelde waarde op driemaandelijkse basis)

      • Meer dan 600 ton per dag eindproducten als de installatie gedurende een periode van niet meer dan 90 opeenvolgende dagen in om het even welk jaar in bedrijf is.

    • Bewerking en verwerking van levensmiddelen op basis van plantaardige en dierlijke grondstoffen, zowel in gecombineerde als in afzonderlijke producten bij een overschrijding van volgende drempels: 

      • (300-(22,5 x A)) in alle andere gevallen, waarin A het aandeel dierlijk materiaal (in gewichtspercentage) van de productiecapaciteit in eindproducten is

      • 75 ton/dag indien A groter dan10% is

  • Rubriek 3.6.7: als het behandelde afvalwater afkomstig is van één of meer installaties waarin één of meer activiteiten worden uitgevoerd die onder toepassing van rubriek 45.6.b) of 45.16 van de indelingslijst vallen.

  • Gecombineerde behandeling van afvalwater van verschillende herkomst als de belangrijkste vuilvracht afkomstig is van een of meer activiteiten die onder de toepassing van rubriek 45.6.b) of 45.16 van de indelingslijst vallen.

  • Ethanolproductie die plaatsvindt in een installatie die valt onder de activiteitsbeschrijving vermeld in rubriek 45,16,2°, van de indelingslijst, of een activiteit die rechtstreeks met de installatie samenhangt.

Wat houden de bepalingen uit hoofdstuk 3.15 van Vlarem III precies in?

Dit houdt zowel algemene als sectorale bepalingen in: 

Algemene bepalingen

Elk bedrijf dat tot het toepassingsgebied van hoofdstuk 3.15 van Vlarem III behoort, moet aan de volgende bepalingen voldoen: 

  • De invoering en naleving van een milieubeheersysteem dat minstens de vooraf bepaalde elementen omvat, zoals informatie over verbruiken en emissies. 

  • De monitoring van emissies naar en parameters in de milieucompartimenten via de vooraf bepaalde methodiek. 

  • De verbetering van de energie-efficiëntie door een geschikte combinatie van de FDM-BBT6-conclusies en een conform energie-efficiëntieplan toe te passen.

  • Het waterverbruik en de hoeveelheid geloosd afvalwater worden verminderd door de FDM-BBT7-techniek(en) maar ook recycling en hergebruik van water toe te passen.

  • De preventie en vermindering van het gebruik van schadelijke stoffen door de FDM-BBT8-techniek(en) en de banning van bepaalde stoffen toe te passen. 

  • De verbetering van de hulpbronnenefficiëntie door de FDM-BBT10-techniek(en) toe te passen.  

  • Het voorkomen van ongecontroleerde emissies naar water door een passende bufferopslagcapaciteit voor afvalwater te bieden die beantwoordt aan de risicobeoordeling. Daarenboven beantwoordt de lozing van het afvalwater naar oppervlaktewater aan de  emissiegrenswaarden, gemeten met de vooraf bepaalde (afbouw)frequentie.

    • De emissiegrenswaarden, vermeld in de volgende tabel, zijn van toepassing op de lozing van het afvalwater op oppervlaktewater, behalve bij emissies die afkomstig zijn van het malen van graan, de verwerking van groenvoeder en de productie van droog voeder voor huisdieren en van mengvoeders:

Odoo CMS - een grote afbeelding

    • De emissies van de lozing van afvalwater naar het oppervlaktewater worden gemeten met de frequentie, vermeld in de volgende tabel:

Odoo CMS - een grote afbeelding


  • De preventie van geluidsemissies of, als dat niet haalbaar is, de vermindering door de FDM-BBT14-techniek(en) toe te passen.


Sectorale bepalingen

Volgende sectoren binnen de FDM-industrie krijgen bijkomende bepalingen opgelegd die opgelijst staan in hoofdstuk 3.15 van Vlarem III: 

  • Dierenvoeder 

  • Brouwen

  • Zuivelbedrijven 

  • Productie van ethanol 

  • De verwerking van vis en schaal- en schelpdieren 

  • Groenten en fruit

  • Malen van graan 

  • De verwerking van vlees 

  • De verwerking van oliehoudende zaden en de raffinage van plantaardige oliën

  • Frisdranken en nectar of sap, gemaakt van verwerkte groenten en fruit

  • De productie van zetmeel

  • De productie van suiker


Bekijk dus zeker of jouw bedrijf hieronder valt en welke bepalingen van toepassing zijn. Zit je met vragen? Of wil je meer weten? Aarzel niet om onze deskundigen te contacteren! 




DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten