Goed nieuws voor lokale besturen, hulpverleningszones, bedrijven en particulieren: vanaf 1 februari 2025 kunnen zij financiële steun krijgen voor beschrijvende bodemonderzoeken als gevolg van PFAS-houdend blusschuim. Particulieren worden zelfs volledig ontzorgd dankzij raamcontracten van de OVAM met bodemsaneringsdeskundigen.
PFAS-houdend blusschuim werd jarenlang gebruikt bij brandbestrijding en brandweertrainingen. Onderzoek van de OVAM toont aan dat brandweeroefenterreinen en brandlocaties vaak een verhoogd risico op PFAS-verontreiniging hebben. Daarom is een grondig bodemonderzoek cruciaal.
De Vlaamse overheid voorziet een cofinanciering voor beschrijvende bodemonderzoeken die zijn opgestart na 21 september 2021. De steunpercentages verschillen per type aanvrager:
OVAM voorziet maximaal €300.000 per aanvraag en een totale steunlimiet van €300.000 over drie jaar per aanvrager.
Particulieren hoeven hun verplicht bodemonderzoek niet zelf uit te voeren. OVAM regelt dit via erkende bodemsaneringsdeskundigen. De enige kost? Een eenmalige retributie van €500.
Bezoek de OVAM-website: Meer info & aanvraagformulier.
Heb je vragen over PFAS-bodemonderzoek of wens je advies op maat? Profex helpt je graag verder!
Neem contact met ons op voor meer informatie.
OVAM laat bodemdossiers waarin asbestverontreiniging door afdruipzones voorkomt opnieuw beoordelen door erkende bodemsaneringsdeskundigen. Dit vervangt het oorspronkelijke plan om “verdere maatregelen” automatisch om te zetten naar “geen verdere maatregelen”, omdat OVAM dit zonder gedetailleerde terrein- en risicokennis zou doen
Bij verkoop, schenking of andere transacties komt vaak de verplichting tot een bodemattest of oriënterend bodemonderzoek kijken. Maar niet elke overdracht valt onder het Bodemdecreet – er zijn ook uitzonderingen. Benieuwd wat dit voor jouw situatie betekent?
Sinds 9 juli geldt een strenger kader voor loodverontreiniging: zodra een concentratie 80% of meer van de bodemsaneringsnorm bedraagt, moet je een beschrijvend bodemonderzoek uitvoeren. Dat geldt zowel bij nieuwe en historische verontreinigingen als bij de herevaluatie van oudere onderzoeken.