Heb je een oude stookolietank in de grond zitten en wil je die laten verwijderen of opvullen? Dat is niet alleen een slimme keuze om bodemverontreiniging te voorkomen, maar je kunt er in veel gevallen ook een subsidie voor krijgen van je gemeente.
Als je bent overgeschakeld naar gas of een nieuwe stookolietank hebt geïnstalleerd, blijft de oude tank vaak achter in de grond. Dit kan op termijn een risico vormen voor het milieu. Om bodemverontreiniging te voorkomen, is het belangrijk om de tank professioneel te laten verwijderen of op te vullen met een inert materiaal zoals zand of schuim.
Neen, het is niet toegestaan om een oude stookolietank om te vormen tot een regenwaterput of een andere opslag. Zelfs na reiniging kunnen er mazoutsporen achterblijven, wat op termijn een risico kan vormen voor het milieu en de volksgezondheid. De tank moet daarom leeggemaakt, gereinigd en verwijderd worden. Indien dat technisch niet mogelijk is, moet ze correct worden opgevuld.
Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moet je voldoen aan een aantal voorwaarden:
De subsidie bedraagt 25% van de kosten met een maximum van 200 euro per tank. Dit kan een mooie financiële tegemoetkoming zijn om je oude tank op een veilige manier te verwijderen.
Je kunt de premie aanvragen na de werken via het gemeentelijke aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op de website van de gemeente of op te vragen bij de dienst Milieu & Openbare Werken.
OVAM laat bodemdossiers waarin asbestverontreiniging door afdruipzones voorkomt opnieuw beoordelen door erkende bodemsaneringsdeskundigen. Dit vervangt het oorspronkelijke plan om “verdere maatregelen” automatisch om te zetten naar “geen verdere maatregelen”, omdat OVAM dit zonder gedetailleerde terrein- en risicokennis zou doen
Bij verkoop, schenking of andere transacties komt vaak de verplichting tot een bodemattest of oriënterend bodemonderzoek kijken. Maar niet elke overdracht valt onder het Bodemdecreet – er zijn ook uitzonderingen. Benieuwd wat dit voor jouw situatie betekent?
Sinds 9 juli geldt een strenger kader voor loodverontreiniging: zodra een concentratie 80% of meer van de bodemsaneringsnorm bedraagt, moet je een beschrijvend bodemonderzoek uitvoeren. Dat geldt zowel bij nieuwe en historische verontreinigingen als bij de herevaluatie van oudere onderzoeken.